Ze had al een poosje geen tanden meer, de laatste was deze zomer uitgevallen. Een oud schaapje was het, onze Trui, de vacht om haar neus was grijs geworden, maar ze bleef wonderwel goed op gewicht en ze bokte deze week nog vrolijk door de wei. De laatste dag wilde ze niet eten. Waar ze normaal ongeduldig om me heen drentelde als ik kwam voeren, bleef ze nu buiten de stal staan, en ze keek me een beetje vreemd aan, haar barnstenen ogen stonden wat glazig.
Misschien was ze al onderweg.
Tien jaar geleden kwam ze bij ons, ik weet nog hoe ik haar de wei in droeg. Tien jaar kwam ik iedere dag bij haar, snuffelde ze voorzichtig aan mijn handen als ik op het bankje in de wei zat, kwam ze bij me als ik het gras harkte. Tien jaar lang vierden we in mei het schaapscheerfeest met de klassen van onze kinderen, dan zat ze braaf tussen mijn benen als ik haar knipte, het plukje kroeshaar boven op haar kop liet ik altijd staan.
Gisteren lag ze ineens dood, middenin de wei. Ik zag het vanaf het poortje en wist het meteen.
Dit was het dan.
Ik legde huilend een doek over haar heen, rook haar vacht, de wol, bruin, zwart, in alle schakeringen gekleurd door weer en wind.
Het mooiste schaap dat ik ooit zag.
Lang geleden, de mensen die me al heel lang volgen weten het misschien nog wel, had ik een geitje. De moeder was gestorven bij de geboorte en ik nam het beestje, net een paar uur oud, mee naar huis. In de auto, in een kartonnen doosje met wat stro, het schemerde al. Sjefke noemde ik hem, en eenmaal thuis kon Sjefke niet stoppen met rillen. De avond viel. Ik besloot tot iets wat tegen al mijn huisregels indruist: Sjefke mocht mee naar de slaapkamer, het doosje naast mijn bed. Die nacht sliep ik met mijn hand op het warme lijf, en ik droomde dat ik een babyhertje had, met wankele pootjes en grote, glanzende ogen.
De volgende dag was het beest opgeklaard en wandelde hij vrolijk met me mee, het hele huis door. Nog weer een paar dagen later sprong hij met bonkende hoefjes op de keukentafel, tussen het ontbijtservies. Toen hij gespeend was en geen flessenmelk meer kreeg, verbande ik hem naar de schapenwei. Daar brulde hij de hele dag tot hij zijn surrogaatmoeder weer zag (mij) en doopte ik hem om tot Sjefke De Kleine Krijsgeit.
Uiteindelijk is Sjefke verhuisd naar een boerderij waar meer geiten waren, maar ik denk nog vaak aan hem. De klossende pootjes die te groot voor zijn lijf leken, het harde kopje, de stompe snuit die hij licht snuivend in zijn flank duwde als hij zich oprolde om te gaan slapen.
De vorm van een slapend geitje, er is weinig aandoenlijker.
Ik heb het eens geklokt; het is precies zeven minuten fietsen vanuit mijn huis naar het centrum van de stad waarin ik woon. De stad met al zijn winkels, de grote kathedraal, de pleinen en de prachtige kerstversieringen, de verwarmde terrasjes aan het water.
Het is natuurlijk niks, zeven minuten, maar de mens is lui, en de mens zoekt zijn stam graag dichtbij. En dus is het kleine kerkpleintje aan het eind van mijn laan mijn échte centrum. Vanuit de voortuin zie ik de oude parochiekerk liggen, de boekwinkel van mijn vriendin ligt op de hoek, iets verderop de dorpsdokter in het oude raadhuis, de slager, de bakker en de kleine supermarkt.
Ieder jaar is er begin december een kerstmarkt, en ach, dat heeft niet zoveel om het lijf, een paar kraampjes. Vrienden en bekenden verkopen hun spulletjes; zelfgehaakte mutsen, gevilte poppen, folkloristisch beschilderde kerstboompjes. De glühwein is vies, maar de kinderen roosteren marshmallows op het kampvuur en doen spelletjes, er wordt kerstbrood uitgedeeld aan iedereen die wil. De peuterjuf van onze school zingt kerstliedjes met haar gitaar en ik klets bij met mensen uit de buurt die ik al een tijdje niet gezien heb. We smeden vast plannen voor de carnavalsoptocht en bespreken het luchtige, en het diepe.
Voor de buitenstaander lijkt het misschien zomaar een klein marktje, onder de grijze decemberlucht.
Maar niets is minder waar.
Ik had mezelf schrijfvrij gegeven, aan het begin van de week. Ik zat er te diep in, vastgezogen, in het diepst van de gevoeligheid. Dus ja. Er was nog zoveel meer in het leven, toch? Ik kon toch niet alle dagen gaan zitten ploegen in dat taaie manuscript. Ik vond dat ik weer moest gaan schilderen, dat lag al een poosje stil, of tekenen, en me misschien eens met mijn kinderen bemoeien, die had ik tenslotte ook nog.
Gisteren las ik een review over Voorland waarin werd gesproken over mijn schrijfstijl als Natuurpoëzie in proza. Natuurpoëzie, ik voelde me gestreeld, maar toch ook verwonderd. Ik heb moeite met het concept poëzie, als ik andermans gedichten lees bekruipt me vaak het dwingende gevoel dat ik iets moet begrijpen. Ik kan het nooit zomaar mooi vinden; de woorden, het metrum, ik zoek altijd naar de ratio erachter.
Misschien, zo bedacht ik, is het hetzelfde als bij muziek. Ik roep altijd heel hard dat ik niet van muziek houd, maar dat is stiekem helemaal niet waar. Ik kan niet zo goed naar muziek luisteren, maar dat komt omdat ik er altijd ontzettend door geraakt word. Ik stel me voor dat er bij andere mensen een soort filtertje zit tussen het oor en de hersenen, maar bij mij ontbreekt die filter, en schieten de tonen als een kanon mijn brein in. Ik weet me vaak geen raad met de klankexplosie, en daarom roep ik maar uit zelfbescherming dat ik er niet van houd. Misschien is dat ook de reden waarom ik altijd zo naarstig zoek naar de betekenis van een gedicht, alleen maar de schoonheid van de zinnen tot me nemen, zou me uit elkaar doen barsten.
Het diepst van de gevoeligheid.
Kortom. Het is dag vier van mijn schrijfvrije periode. Ik wil helemaal niet schilderen of tekenen, de kinderen keken me glazig aan toen ik me al te zeer om hem bekommerde.
Ik wil niets liever dan weer beginnen.
Ik moet altijd nadenken. De hele tijd en het stopt maar niet, soms is het zo erg dat ik bang ben dat er iets begint te schroeien in mijn hoofd, een klein brandplekje waar rook uit omhoog kringelt en dan: een gat.
Het denken is alleen oplosbaar door te schrijven. Ik vorm de gedachten om tot ze passen binnen mijn verhaal, ik wrik ze in het gelid van woorden en zinnen, en als ik daarmee klaar ben dan begint alles weer opnieuw.
Een lezer vroeg me of mijn hoofd hetzelfde werkt als dat van Wolf, de hoofdpersoon uit Voorland.
Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Ik ben natuurlijk niet de hoofdpersoon. Maar de gedetailleerde omschrijvingen van alles wat hij ziet en hoort zijn wel uit mij gekomen. Ik heb Wolf heel intrinsiek geschreven, en aangezien ik alleen maar mezelf ken van binnenuit, is het zeer aannemelijk dat mijn eigen belevingswereld verweven is met die van hem.
Soms weet je als schrijver niet precies waar je zelf eindigt en waar je karakter begint, een mistig gebied. Ik wantrouw schrijvers die heel hard roepen dat niets aan hun boek autobiografisch is, ik geloof niet dat dat kan.
Soms twijfel ik, dan denk ik dat ik alleen schrijf om het smeulende denkplekje in mijn hoofd iedere dag opnieuw te blussen.
Uit angst voor het gat in mijn hoofd.
Maar dat is niet zo. Ik schrijf omdat ik wil laten voelen, wil laten zien, op zoek naar hen die herkennen.
Ik leg mezelf bloot omdat ik zoek naar de universaliteit, de kern, dat wat ons bindt.
Als ik zo ben, zullen meer mensen zo zijn.
Schrijver, beeldend kunstenaar. Lino- en houtsnede, illustratie.
VOORLAND (Ambo|Anthos, 2016)
SLOT (Gloude, 2020)
HET LIED VAN DE SPREEUW (Ploegsma, 2021)
DIT GAAT NOOIT VOORBIJ (Ploegsma, 2024)
www.instagram.com/octaviewolters
www.facebook.com/octaviewolters
Published author and linocut printmaker from The Netherlands.
EXPOSITIES en etalages:
* 2024: van 31/1-25/2: ETALAGE BOEKHANDEL VAN PIERE, EINDHOVEN
* 2024: vanaf 31 januari: ETALAGE PAAGMAN FRED, DEN HAAG
* 2024: vanaf februari: ETALAGE PAAGMAN DELFT
*2024: vanaf april: ETALAGE PAAGMAN GOUDA
* 2024: februari/maart: EXPO LIVIUS, TILBURG
* 2024: vanaf 12 februari: ETALAGE DE AMSTERDAMSE BOEKHANDEL
* 2024: 2 februari-14 april: EXPOSITIE GALLERY UNTITLED, ROTTERDAM
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL BOOMKER, HAREN (GR)
* 2024: 14 maart - eind april: EXPO BOEKHANDEL VEENENDAAL, AMERSFOORT
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL DE VRIES VAN STOCKUM, HAARLEM
* 2024: april/mei: EXPO BOEKHANDEL PEZZI PAZZI WEESP
* 2024: 16 maart: INTERVIEW&SIGNEREN, DEURENBERG, KERKRADE 15.20 u
* 2024: 6-28 april: EXPOSITIE BOEKHANDEL KRINGS, SITTARD
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL WAGNER, SASSENHEIM
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL IJBURG, AMSTERDAM
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL TINY STORIES, KORTRIJK (B)
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL WALRY, GENT (B)
* 2024: 9 januari-28 april:VOGELVREUGD, VALKHOFMUSEUM NIJMEGEN
* 2024: 27 maart-1 april: KUNSTRAI AMSTERDAM
* 2024: 9-12 mei: ART ON PAPER AMSTERDAM
* 2024: 30 sept-11 nov: BOEKHANDEL DE DRUKKERIJ, MIDDELBURG
//Vragen? Je kunt me mailen op octaviewolters@gmail.com//
DE WEBSHOP IS OPEN
MEER INFO VIA octaviewolters.nl/webshop