Gisteravond, kerstavond, liepen W en ik nog een rondje langs de Duitse berg. Het schemerde al, maar de wolken werden van onderop verlicht door de laatste stralen zon, een felle roodroze baan waaierde boven ons uit. Vlak bij het pad waar we vaak lopen ligt een boerderijtje. Vanuit de weg kun je het niet zien, het ligt verscholen achter bomen en struiken en groot stuk grond met een hek eromheen, er wonen pauwen, een paar herten, ganzen, geiten en wat uitheemse diersoorten waar ik de naam nooit van weet. We liepen er langs en zagen dat het hek een beetje open was, een van de dieren was ontsnapt.
'We moeten even aanbellen, die wordt zo aangereden,' zei W.
Via een zandpad verderop liepen we achterom, we waren hier nog nooit geweest. Op het erf blaften twee honden, bij een grote poort was een bel, ik wachtte op veilige afstand. In dit soort situaties kan ik heel gemakkelijk al mijn feminisme even aan de kant schuiven.
'Wat was het eigenlijk voor beest?' riep W me toe, terwijl hij de bel indrukte.
Ik haalde mijn schouders op. 'Geen idee, een capibara ofzo.'
Het was een grap, capibara was het enige woord dat in me opkwam, maar W werd al in beslag genomen door het stokoude vrouwtje dat vanuit de voordeur naar buiten schuifelde op haar pantoffels.
'Er is een beest ontsnapt,' zei hij.
'Waat?' hijgde het vrouwtje, haar dunne grijzen haren waaiden licht op.
'Een van uw dieren is ontsnapt,' herhaalde hij. 'Het hek is open aan de voorkant.'
'Waat?'
Ik verplaatste mijn gewicht van mijn ene been naar mijn andere. Dit kon nog wel eens lang gaan duren en de honden blaften hardnekkig door.
'Het hek is open!' zei W. 'Er loopt een beest op de weg!'
Hij maakte er grote gebaren bij.
Het vrouwtje keek hulpeloos.
'UW CAPIBARA IS ONTSNAPT,' brulde W.
'Hahaha,' deed ik.
Het kwam allemaal goed. Het beest werd gevangen en keurig in zijn warme stal gezet, wij vertrokken naar huis, het was inmiddels echt bijna donker. Thuis vierden we met onze dochters kerstavond en zochten op hoe een capibara eruit ziet. Het leek in de verste verte niet op wat we gered hadden.
Het maakt niet uit.
Ik wens jullie fijne kerstdagen, lieve mensen.
Ik fietste weer eens naar school met de jongste, dat was lang geleden, ze wil het niet meer, gezien worden met haar moeder, ze kan het wel alleen. Maar vanmorgen had ze me nog even nodig, een grote surprise voor haar klasgenootje in een tas van de Coop gepropt, ze wist niet hoe ze het ding in haar eentje op haar fiets mee moest krijgen.
Ik fantaseer wel eens over later, als ik al lang dood ben, en hoe mijn dochters dan herinneringen ophalen aan mij. Ze zullen dingen zeggen als: 'Onze goede moeder was slim en wars van burgerlijkheid.' En: 'Het was een vrije ziel, ze trok zich van niemand iets aan.' Daarna zullen ze vlaai eten zoals ik het ze geleerd heb en vertederd lachen om mijn fascinatie voor kitscherige Duitse stadjes in de Eifel of het Moezelgebied.
Ik ben gek op de Eifel maar ik word daar niet echt in begrepen, al las ik tot mijn verbazing laatst een nieuw uitgekomen boek dat zich in de regio afspeelt en de afgelopen dagen keek ik een Netflix-serie met Monschau als decor. Misschien is de Eifel hip aan het worden, ik hoop het niet, laat de verlaten kronkelweggetjes in vredesnaam met rust, voor je het weet staat er een pretpark in de Hautes Fagnes.
Afgezien van de suprise in de klas van de jongste is het Sinterklaasgebeuren een aflopende zaak hier in huis, met een kind van bijna zestien en eentje van bijna elf. Omdat ik daar nog niet helemaal aan wil had ik de kinderen wel nog iets in hun schoenen gestopt, maat 43 en maat 39, voor allebei een krijtstift. Daarmee kun je op ramen tekenen, dat vond ik denk ik vooral zelf erg leuk. Zo had ik er deze week al een grote naakte vrouw mee op de keukenruit gemaakt, ik weet ook niet zo goed hoe die dingen ontstaan in mijn hoofd, maar ze stond er ineens.
Gisteren lette ik even niet op en in die tijd had de oudste de stift ter hand genomen. In volmaakt truttig handletterschrift had ze er leuzen op geschreven als LIVE LAUGH LOVE en IN DIT HUIS HEBBEN WE LOL, ZEGGEN WE SORRY, ALSJEBLIEFT EN DANKJEWEL, DOEN WE ONS BEST, ZIJN EEN FAMILIE, DIT IS THUIS.
Ze grijnsde tevreden toen ze mijn vertrokken gezicht zag.
Ik heb haar vervolgens vanzelfsprekend de deur uit gezet, ze zoekt maar een nieuw lief thuis, bij voorkeur met een steigerhouten interieur.
Precies elf jaar geleden was ik hoogzwanger, een kleuter aan mijn rok, een jonge hond aan mijn voeten, ik pakte de Sinterklaascadeautjes uit met mijn buik als tafeltje, toen moest alles nog beginnen en nu is er alweer zoveel voorbij.
Ik vermoed dat dit is wat ze leven noemen, en er zit weinig anders op dan mee te deinen en de lol ervan in te zien. Eigenlijk precies zoals er tegenwoordig op mijn keukenraam staat: live laugh love.
Mijn beeldende werk is op dit moment te zien bij Galerie Blauwdruck in Zwolle, een fijne, toegankelijke galerie met een bijzondere collectie. De expositie loopt van 26 september tot en met 1 januari. De officiële opening hebben we moeten uitstellen in verband met de aangescherpte coronamaatregelen maar we proberen een moment te vinden waarop we elkaar kunnen ontmoeten.
De expositie in november bij Ligne in Sittard wordt verschoven naar 2021. Het bijbehorende optreden in het filmhuis zal ook verplaatst worden.
Ik zat te wachten tot de jongste klaar was met haar trompetles. Met haar mee naar binnen mag niet in deze dagen en dus zit ik elke week de tijd uit voor het muziekgebouw, op het muurtje dat pal op de stoep staat. Elke keer als er iemand voorbij loopt moet ik mijn benen intrekken, maar dat komt niet zo vaak voor, het is een rustige wijk.
Ik had een rotdag.
Ik geloofde heel lang in de weegschaaltheorie: als er op een dag meer goede dingen dan vervelende dingen gebeuren dan wegen de goede dingen zwaarder en is het onder de streep een fijne dag. Maar sinds een tijdje weet ik dat het niet zo werkt. Soms kunnen er duizend fijne dingen gebeuren en geen enkel vervelend ding maar dan kan het alsnog een rotdag zijn. Of een rotweek, of een rotjaar.
In de ochtend had ik een berichtje gelezen dat me geraakt had. Theoretisch gezien was het niet eens een naar bericht en had ik geen enkele reden om erdoor van slag te zijn, maar toch was ik het. Daarna waren er drie onmiskenbaar leuke dingen gebeurd, Rob van Essen vond mijn boek goed, ik kreeg een uitnodiging voor een derde expositie dit najaar en Arie Boomsma vond mijn beeldende werk mooi, en we weten allemaal hoeveel smaak deze man heeft.
Een beetje somber zat ik op het muurtje. Er kwam een oude man aanschuifelen, ik trok mijn benen al in. In de ene hand had hij een stok, in de andere de riem die vastzat aan een onooglijk hondje. Het snuffelde even aan mijn blote tenen.
'Hebben ze je achtergelaten?' vroeg de man.
Hij bleef even staan en draaide zich naar me toe, hij was nog ouder dan ik van een afstandje ingeschat had.
Ik glimlachte en dacht even na over deze mysterieuze vraag. Wie bedoelde hij met 'ze'?
'Dat zou wat zijn,' antwoordde ik maar.
Hij draalde een beetje, keek nog eens naar me, het hondje was erbij gaan zitten, met zijn lelijke kontje op de stoep.
'Je mag wel met ons mee-eten, we wonen op nummer 86, kom maar mee hoor, mijn vrouw staat net te koken.'
'Ligt eraan wat jullie eten,' zei ik.
'Spaghetti.'
'Lekker.'
Maar mijn dochter kwam al naar buiten, ze duwde haar trompetkoffer in mijn handen, de oude man tikte met zijn wijsvinger tegen zijn pet en schuifelde door.
Die avond scharrelde ik wat door het huis, buiten was het donker, de triestigheid was de hele dag niet geweken. Mijn telefoon ging, de drukpers die ik al zo lang op het oog had mocht ik vrijdag komen ophalen voor een goede prijs. De balans van de goede dingen ging naar vier, misschien wel vijf als ik het gesprek met de oude man meetelde, tegenover één betwijfelbaar naar ding. Ik voelde me schuldig tegenover al het fijns dat ik er niet blijer mee was.
Maar ik wist ook dat het was zoals het was, en dat deze dag voorbij ging.
En dat morgen alles helemaal andersom kon zijn.
In de streek waar ik woon wordt nog wel eens gezegd dat als je een wit donsveertje vindt dit een veer is die uit een engelenvleugel is gevallen.
Begin juni kantelde er iets in mijn leven. Niet zozeer in praktisch opzicht, ik rondde in die dagen net mijn tweede boek af, ik was voor het eerst na mijn depressie weer aarzelend optimistisch over mezelf en de toekomst en of het nu over mijn leven, mijn beeldende werk of mijn schrijven ging, ik vatte al mijn taken met een nieuw herwonnen stevigheid bij de horens. De wereld was weer opgerezen uit de nevel, als een ontdekkingsreiziger liep ik rond en verwierf steeds meer vaste grond onder mijn voeten.
Ergens midden in deze nieuwe alledaagsheid kwam er het bericht dat een dierbaar familielid ernstig ziek is. Ziekte komt nooit gelegen, maar deze ziekte, bij deze precieze timing, deed mij en alle betrokkenen happen naar adem over zoveel onrechtvaardigheid. Mocht er een wezen zijn dat de scenario's bedenkt voor alle mensen op aarde, dan heeft hij hier flink de plank misgeslagen.
De eerste weken bracht ik door in shock and awe, slecht nieuws stapelde zich op slecht nieuws, ik probeerde mijn hoofd om zoveel onheil te wikkelen, het lukte nooit, 's nachts lag ik met grote ogen in het donker te kijken, me af te vragen hoe zoiets in hemelsnaam kon gebeuren. Ik dacht lang dat de grootste vijand in zo'n situatie het verdriet was dat je met opengesperde bek op komt vreten, of de bezorgdheid die je hersencapaciteit inneemt als een dataslurpende app. Maar in dit geval was de grootste vijand de machteloosheid. Ik kon niets doen, ik mocht niets doen.
Op een zaterdag eind juni besloot ik naar de kapel aan de andere kant van de stad te rijden. Daar stak ik een kaars aan. Na het aansteken van de kaars ging ik even op een van de houten banken zitten en keek naar het Mariabeeld dat in de vitrine voor me stond, ik huilde. Toen ik weer buiten kwam scheen de zon, ik liep naar het kleine bos achter de kapel, daar is een kronkelend pad gemaakt dat langs de veertien staties van de lijdensweg van Christus voert. Veertien witstenen beeldhouwwerken tussen de bomen, die uiteindelijk leiden naar een grote open plek, rijen bankjes die uitkijken op een altaar met daarachter een calvarieberg. Op mooie zomerdagen wordt hier de mis gevierd.
Sinds die zaterdag drie maanden geleden ben ik elk weekend teruggegaan naar de kapel, elk weekend stak ik een kaars aan en elk weekend liep ik een rondje in het bos. Het bestreed de zuigende machteloosheid en het was het enige moment in de week dat ik me door zorgen en verdriet liet verzwelgen, heel even, om me daarna vast te grijpen aan hoop. Als ik iets kon betekenen in deze situatie dan was het de hoop bewaren, hem met mijn handen te omhullen en te zorgen dat hij niet zou uitdoven.
Voor haar, voor mij.
Afgelopen zaterdag was ik er weer.
Bij de grote gietijzeren poort die de ingang van het bos markeert vond ik een wit donsveertje. Even verderop lag er nog eentje. En nog een. Over het hele, lange, bemoste pad door het bos, langs alle veertien staties, lagen witte donzen veertjes. Soms wel vijf bijeen, dan weer een paar meter niets, en dan weer een paar.
Ik overwoog of ik misschien een goddelijke prijs had gewonnen, na vijftien kapelbezoeken beloont de voorzienigheid je met een pad vol veren, ik vroeg me af wat ik zou krijgen bij vijftig bezoeken, ik hoopte op een brandende braamstruik.
Bij de vierde statie lagen er uitzonderlijk veel veren, ik bukte en raapte er een op, streek er even mee langs mijn wang, zulke veertjes zijn zo zacht dat je hun aanraking niet voelt, je zou bijna denken dat ze niet echt bestaan.
Daarna stopte ik hem in mijn tas en nam hem mee. Ik hoop dat het waar is wat er gezegd wordt, dat het een engelenveer is. En dat er gewaakt wordt.
Schrijver, beeldend kunstenaar. Lino- en houtsnede, illustratie.
VOORLAND (Ambo|Anthos, 2016)
SLOT (Gloude, 2020)
HET LIED VAN DE SPREEUW (Ploegsma, 2021)
DIT GAAT NOOIT VOORBIJ (Ploegsma, 2024)
www.instagram.com/octaviewolters
www.facebook.com/octaviewolters
Published author and linocut printmaker from The Netherlands.
EXPOSITIES en etalages:
* 2024: van 31/1-25/2: ETALAGE BOEKHANDEL VAN PIERE, EINDHOVEN
* 2024: vanaf 31 januari: ETALAGE PAAGMAN FRED, DEN HAAG
* 2024: vanaf februari: ETALAGE PAAGMAN DELFT
*2024: vanaf april: ETALAGE PAAGMAN GOUDA
* 2024: februari/maart: EXPO LIVIUS, TILBURG
* 2024: vanaf 12 februari: ETALAGE DE AMSTERDAMSE BOEKHANDEL
* 2024: 2 februari-14 april: EXPOSITIE GALLERY UNTITLED, ROTTERDAM
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL BOOMKER, HAREN (GR)
* 2024: 14 maart - eind april: EXPO BOEKHANDEL VEENENDAAL, AMERSFOORT
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL DE VRIES VAN STOCKUM, HAARLEM
* 2024: april/mei: EXPO BOEKHANDEL PEZZI PAZZI WEESP
* 2024: 16 maart: INTERVIEW&SIGNEREN, DEURENBERG, KERKRADE 15.20 u
* 2024: 6-28 april: EXPOSITIE BOEKHANDEL KRINGS, SITTARD
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL WAGNER, SASSENHEIM
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL IJBURG, AMSTERDAM
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL TINY STORIES, KORTRIJK (B)
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL WALRY, GENT (B)
* 2024: 9 januari-28 april:VOGELVREUGD, VALKHOFMUSEUM NIJMEGEN
* 2024: 27 maart-1 april: KUNSTRAI AMSTERDAM
* 2024: 9-12 mei: ART ON PAPER AMSTERDAM
* 2024: 30 sept-11 nov: BOEKHANDEL DE DRUKKERIJ, MIDDELBURG
//Vragen? Je kunt me mailen op octaviewolters@gmail.com//
DE WEBSHOP IS OPEN
MEER INFO VIA octaviewolters.nl/webshop