/Verhalen/
/Webshop/
/Dossier Voorland/
/Vlogs/
/Bio/
/Faq/
/Contact/
/Account/
/Winkelmandje/

De kunst der taal (02-06-2017)

In april was ik in Friesland. Een lange autorit had het me gekost, de regen en het grijs leken even eindeloos als de vergezichten. Toen ik na een slapeloze nacht in mijn hotel op de plaats van bestemming kwam, een begraafplaats, sloeg de twijfel toe. Waarom was ik hier? Waarom deed ik dit?

Het katholieke kerkhof was een vierkant perceel, omheind door een haag. In het midden en om de graven heen liep een breed geasfalteerd pad, er was niemand. Bij het graf waarvoor ik kwam, bleef ik een poosje staan. Het begon te regenen, harde druppels, de wind sneed. Mijn jas was geschoeid op Limburgse temperaturen, te dun, ik had het koud. Ik las de namen op het graf, en het gedicht dat in het marmer was gebeiteld. Ik kende de gestorvenen niet, er was geen enkele aanwijsbare band tussen ons. Het graf was al zeventig jaar oud. En toch huilde ik.

Het graf komt voor in mijn nieuwe roman (gepland in het najaar van 2018, wederom bij Uitgeverij Ambo|Anthos). In principe had ik er niet voor naar Friesland hoeven gaan, er staan genoeg foto's op internet waarmee ik het tot in detail had kunnen beschrijven.
Maar dat was niet genoeg. Ik wilde het voelen.

Voelen bij het schrijven van een roman is als een tweeslachtig organisme. Het zijn niet mijn emoties die ik schrijf, maar ze komen uit mij voort en dus zijn het wel mijn emoties die ik schrijf. Dat is moeilijk uit te leggen, ik doe een poging.

De emoties in mijn werk zijn de emoties van mijn personages. Soms zijn ze in het verleden werkelijk door mij ondergaan, soms alleen in de voorstelling. Te allen tijd geldt: de emotie vindt plaats vóór het schrijven.
In het schrijfproces geldt dat ik meeleef met mijn personages, maar ik ben degene die de ratio bewaakt, de woorden zorgvuldig en bij het volle verstand kiest. Ik cirkel boven hen en laat de taal zijn werk doen. Schrijven is geen verwerken, geen uitstorting van gevoel, schrijven is vóór alles de kunst der taal. Voor mij althans. (Als ik zou mogen kiezen, koos ik Nijhoff boven Kloos.)

Ik huilde aan het graf. Niet voor mij, maar omdat ik het me voor kon stellen. Het gevoel was er een van ontheemdheid, zoals een Limburger in Friesland zich ontheemd kan voelen. Daarom was ik hier, daarom deed ik dit.

Een emotie kan zijn als een parel.
Ik nam de parel mee op de lange weg terug naar huis, door de regen, het grijs, het eindeloze vlakke land, en bekeek hem; zijn glans, zijn diepte.
En eenmaal thuis, in de witte rust van mijn werkkamer, schreef ik.


Schrijft boeken, bouwt kassen (09-05-2017)

Afgelopen weekend bouwde ik een kas.
Of nee, nu moet ik niet jokken: mijn echtgenoot bouwde een kas en ik keek glazig (sic) toe terwijl ik nu en dan een schroefje aangaf. Hoewel, soms stond ik ook op een ladder en plaatste ik een glasplaat in een aluminium raampje, ik moet mijn taak ook weer niet te veel bagatelliseren.
Eigenlijk komt het er op neer dat het zonder mij niet was gelukt, met die hele kas.
Sinds de schapen het veld (sic2) hadden geruimd, was onze weide leeg. Eerst kregen de kinderen een trampoline, toen bouwden we een vuurplaats, maar de boel wilde maar niet vol raken. Dan maar een kas dus.
'Ben je er blij mee?' vroeg ik mijn tuinder, toen het ding zondagavond zo goed als klaar was.
Hij was er heel blij mee. Hij voorzag een toekomst vol florerende tomatenplanten, zijn droom.
'Wat vind jij er eigenlijk van?' vroeg hij toen aan mij.
Ik probeerde de opkomende spierpijn uit mijn rug te strekken en keek eens naar het glas dat in een licht stramien tot een bouwwerk was gevormd. Eigenlijk is het bijna kunst, zo'n kas. De hoogste vorm van transparantie, dat wat je vrijwel niet ziet, maar met een groot en duidelijk waarneembaar resultaat.
De zon scheen, de hoge wilgen waaiden bijna stil, de lucht grijsblauw. De kippen scharrelden in het hoge gras om ons heen en tokten zachtjes.
'Ik vind het mooi,' zei ik. 
'Ik ook,' zei mijn echtgenoot. 
En ik zag aan zijn ogen dat hij aan jonge sla dacht.


Konditorei (06-03-2017)

De klapdeuren van de Duitse konditorei piepten traag en lang, de oude man schuifelde naar binnen. Zijn zware jas zat veel te ruim, op een manier waarop het hoort, zo dragen oude mannen hun kostbare wollen jassen nu eenmaal. Zijn schouders waren gebogen, zijn gang sloffend. Hij ging zitten aan het tafeltje tegenover het onze en bestelde met een trillende vinger iets te drinken.
Ik zag zijn ogen afdwalen, ze waren felblauw, haast onnatuurlijk. Het lichaam flets en vervaagd in de jaren naar de ouderdom, maar de ogen nog scherp, het leek niet te kloppen. Hij keek naar mijn kleine neefje, mijn zus gaf hem net een stukje brood, zijn schelle stemmetje klonk door de zaak . De blik van de oude man werd zacht, weemoedig, het kijken ging over in staren. Ik vroeg me af waar hij aan dacht, zijn jeugd misschien, als driejarig jongetje had hij aan de hand van zijn moeder gelopen, hier in dit kleine grensstadje met het gele raadhuis, hij herinnerde zich hoe zijn krullen op waren gewaaid in de wind, de kinderkopjes onder zijn sandalen. Of misschien dacht hij aan zijn kleinkinderen, die nu alweer groot waren, maar vroeger had hij ze meegenomen naar de oever van het riviertje aan de rand van de stad, dan speelden ze op de rotsblokken en liet hij ze de watermolen zien.
De serveerster bracht hem zijn lunch, zijn blik ontwaakte en verlegde zich naar zijn bord. Zorgzaam legde de kelnerin een hand op zijn schouder, wenste hem smakelijk eten. Ik trok mijn jas aan. Terwijl ik naar buiten liep, groette ik hem. Geen woord, alleen zwijgen. In de vitrines van de ouderwetse bakkerijwinkel lag het Duitse gebak in fel licht te wachten, botercrème, fruitgelei, nougatine, opgetast in hoge taarten. Een weemoed naar iets dat ik niet kende viel over me heen, of misschien kende ik het wel, maar wist ik nog niet wat het was.


Ave Regina Caelorum (05-02-2017)

Ik volg het klooster uit mijn geboortedorp op twitter. Dat kan tegenwoordig ja, en ik vind het fascinerend.
Een prachtig klooster is het, verscholen in het groen en al opgericht in 1443. 
Vroeger, toen ik nog een kind was, vond ik de nonnen al interessant. Het idee van een leven gewijd aan de besloten warmte van één passie, op deze magische plek, net achter de kerk, uitkijkend over de moerassige achterlanden van het kleine dorp.
Ik zag de kanunnikessen wel eens in de kerk, zo mooi vond ik dat. Een zweem van mystiek hing over de frêle vrouwen van wie de gezichten grotendeels onzichtbaar waren door hun kappen. Dan zongen ze tijdens de mis, heel hoog en heel zuiver. Als twaalfjarige had ik al een zwak voor Gregoriaanse gezangen. (En nog steeds, ik mag graag het Regina Cæli voor mijn kinderen zingen. Die snappen dat overigens niet, de kleine heidenen.)
Later toen ik ouder was liep ik eens langs de hoge heg die voor het klooster staat, het was voorjaar, de heg had nog geen bladeren. Door de wirwar aan takken zag ik een non lopen door de tuin, de felle lentezon scheen op het habijt. Het leek alsof ik iets zag dat ik niet had mogen zien.
Afgelopen week kwam deze tweet voorbij:
Vanaf deze week zingen we weer de antifoon Ave Regina Cælorum na de completen.
Zoiets roept een hoop vragen bij me op. Niet alleen wat een antifoon is (een vers dat gezongen wordt als inleiding op en ter afsluiting van een psalm tijdens de mis en het getijdengebed, ik heb het even opgezocht) maar vooral: wie schreef de tweet?
Nog niet zo lang geleden kwam ik voor het eerst binnen in het kloostergebouw. Het bovenaardse dat ik er in mijn jeugd aan had toebedacht, viel misschien een beetje tegen. Het zag er teleurstellend gewoon uit, gewone stoelen, gewone tafels, koude keramieken tegels op de vloer. 
Misschien zit een van de kanunnikessen wel voorovergebogen achter een grote computer, met één vinger de teksten te typen. Niets occults, gewoon werelds. Het kan zomaar.
Dan heb ik nog wat bijstelwerk te doen.


Goethe en de tendens van het gemak (30-01-2017)

Ze is twaalf, mijn oudste dochter, en dus moet er een middelbare school gekozen worden. Lange tijd leefden we in de veronderstelling dat de school om de hoek prima was, maar er kwam iets tussendoor. Een eigen mening. En dus begeven we ons in de chaos van de open dagen.
Zo bezochten we afgelopen weekend twee scholen. Op de eerste school waren er proeflessen die hoge ogen scoorden, de tweede school was kleiner en in een prachtig gebouw. De eerste school heeft waarschijnlijk een loting, de tweede is slechter bereikbaar. In hoeverre laat je een keuze over aan een twaalfjarige die nog iedere dag over haar eigen schoenen struikelt omdat ze haar veters vergeet te strikken?
Het werd, kortom, tijd dat ik me ermee bemoeide. Ik bladerde in wat schriften en ondervroeg leraren. Een roodaangelopen leraar Duits beantwoordde mijn vragen. Het leek de goede kant op te gaan, tot ik over de klassiekers begon. Of ze Goethe behandelden, bijvoorbeeld. 
'Nou nee, mevrouw, Goethe is wel erg moeilijk.'
Ik trok een snobistisch gezicht en zette een mentale streep door de school.
Wat is dat toch voor een tendens, dat wanneer iets moeilijk is, het maar afgeschaft wordt? Is de basis van het leren niet dat je het moeilijke leert te overwinnen? Dat je ontdekt dat als je doorzet, er dan een wereld vol kennis én schoonheid schuilgaat achter de barrière van het harde werk? Kweken we zo geen luie, apathische mensen die opgeven zodra ze iets moeten doen dat buiten hun comfortzone ligt?
Natuurlijk is Goethe moeilijk. Maar ook prachtig en verrijkend. Een schitterende wereld die altijd verborgen blijft als je stopt op het moment dat je denkt dat je het niet kan. Of erger: als er vóór je gedacht wordt dat je het niet kan.
Als je alles wat moeilijk is weghaalt, wordt de wereld plat, en de mens erbij. 
Hoe dan ook. De keuze is nog niet gemaakt, er zijn nog een paar open dagen te gaan. Ik hoop op een mooie verrassing aan het einde van de netelige zoektocht.


Pagina 66 van 72


Schrijver, beeldend kunstenaar. Lino- en houtsnede, illustratie.

VOORLAND (Ambo|Anthos, 2016)
SLOT (Gloude, 2020)
HET LIED VAN DE SPREEUW (Ploegsma, 2021)
DIT GAAT NOOIT VOORBIJ (Ploegsma, 2024)

www.instagram.com/octaviewolters

www.twitter.com/octaview

www.facebook.com/octaviewolters


Published author and linocut printmaker from The Netherlands.

EXPOSITIES en etalages:

* 2024: van 31/1-25/2: ETALAGE BOEKHANDEL VAN PIERE, EINDHOVEN

* 2024: vanaf 31 januari: ETALAGE PAAGMAN FRED, DEN HAAG

* 2024: vanaf februari: ETALAGE PAAGMAN DELFT

*2024: vanaf april: ETALAGE PAAGMAN GOUDA

* 2024: februari/maart: EXPO LIVIUS, TILBURG

* 2024: vanaf 12 februari: ETALAGE DE AMSTERDAMSE BOEKHANDEL

* 2024: 2 februari-14 april: EXPOSITIE GALLERY UNTITLED, ROTTERDAM

* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL BOOMKER, HAREN (GR)

* 2024: 14 maart - eind april: EXPO BOEKHANDEL VEENENDAAL, AMERSFOORT

* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL DE VRIES VAN STOCKUM, HAARLEM

* 2024: april/mei: EXPO BOEKHANDEL PEZZI PAZZI WEESP

* 2024: 16 maart: INTERVIEW&SIGNEREN, DEURENBERG, KERKRADE 15.20 u

* 2024: 6-28 april: EXPOSITIE BOEKHANDEL KRINGS, SITTARD

* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL WAGNER, SASSENHEIM

* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL IJBURG, AMSTERDAM

*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL TINY STORIES, KORTRIJK (B)

*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL WALRY, GENT (B)

* 2024: 9 januari-28 april:VOGELVREUGD, VALKHOFMUSEUM NIJMEGEN

* 2024: 27 maart-1 april: KUNSTRAI AMSTERDAM

* 2024: 9-12 mei: ART ON PAPER AMSTERDAM

* 2024: 30 sept-11 nov: BOEKHANDEL DE DRUKKERIJ, MIDDELBURG

* 2024: 2-13 oktober: GALERIE 158 ism SCHIEDAMS BOEKHUIS, SCHIEDAM

 

 

//Vragen? Je kunt me mailen op octaviewolters@gmail.com//

DE WEBSHOP IS OPEN
MEER INFO VIA octaviewolters.nl/webshop

 

© Alle content, in woord, beeld en concept is van Octavie Wolters.
Algemene voorwaarden     Verzenden en levering