'Later lachen we erom,' had W gezegd.
Ik wist niet helemaal of het nou laconiek klonk of hoopvol.
'Ja vast,' antwoordde ik. Maar het kwam er niet erg van harte uit.
Het was de week voor de sleuteloverdracht, eind september, en niet alleen hadden we net te horen gekregen dat er een lekkage in het dak van ons huidige huis bleek te zitten, ook bleek de verwarmingsketel in ons nieuwe huis het precies nu te hebben begeven. De moed was ons in de schoenen gezonken.
We zagen een klusnajaar voor ons waarin we bibberend zouden staan schilderen, ijs op de ramen, kille tocht die door de woning gierde, bezorgd kocht ik maar vast een flinke thermolegging voor mezelf.
Het liep wat anders, de lekkage in het dak werd netjes opgelost door de verantwoordelijke dakdekker en begin november lunchten we nog buiten op ons nieuwe terras, onder een stralend blauwe hemel.
De thermolegging was wat zweterig.
Dat geen enkel installatiebedrijf in de verre omtrek tijd had om ons te helpen met de kapotte verwarming baarde ons wat zorgen maar ach, we redden ons prima, stoken waren we toch al niet van plan in deze maanden.
Maar goed, inmiddels nadert de verhuizing, over twee weken moeten we over en het weer is omgeslagen. Gisteren verfde ik het laatste stukje van de woonkamer, de regen sloeg tegen de ramen, ik droeg drie truien over elkaar aan en hupte op en neer in mijn thermolegging om warm te blijven.
De verwarmingsmonteur die zich dan eindelijk bereid had gevonden de boel te fixen zou afgelopen dinsdag komen maar kwam uiteindelijk toch niet. Nu wordt het morgen, fingers crossed.
Toen we gisteravond nog even wat kleine meubels verhuisden, bleek de elektriciteit eruit geklapt. In het donker stommelde W naar de stoppenkast, met geen mogelijkheid kreeg hij de boel weer aan de praat. Op de tast zetten we het witte antieke kastje in de nieuwe slaapkamer.
'Was leuk geweest als we hadden kunnen zien hoe het staat,' zuchtte W.
Onmiskenbaar mistroostig.
'Ach,' antwoordde ik. 'Later lachen we erom.'
Ik wil dat mijn atelier een plek wordt waar het gevoel heerst dat alles kan en mag. Nou ja, niet alleen mijn atelier maar mijn hele huis, maar het atelier staat voorop. Ik laat me in deze fase van voorbereiding op de verhuizing leiden door de creativiteit die de ruimte in me oproept. Ik doe waar ik zin in heb, alles is herstelbaar tenslotte, en als het me uiteindelijk niet bevalt maak ik er wat anders van of ga ik er met de witkwast over. Dit is een heel fijn gevoel, de vrijheid die deze gedachte in me oproept, het is hoe ik in mijn hele werk sta. Ik werk altijd vanuit het idee dat als ik het niet goed vind ik opnieuw kan beginnen en zelfs: als het niet lukt hóef ik het niet te maken. Dat zorgt voor zoveel ruimte en openheid. Hoe dan ook, ik schilderde in de ruimte waar de pers komt te staan een volkje op de radiator. Radiators zijn van zichzelf natuurlijk niet zo’n inspirerende dingen en ik dacht: daar moet ik wat mee. Nu ben ik nooit meer alleen als ik afdrukken sta te maken.
'Hoi?' zei ik.
Ik stond in de supermarkt, hijgend want gehaast en nu ging ook mijn telefoon nog. Eigenlijk wilde ik hem helemaal niet opnemen maar het was Lowie, de jongen die een deel van mijn nieuwe atelier aan het aftimmeren is, die belde vast niet voor niks. Ik zette mijn mandje even op de grond.
'Eh ja,' zei Lowie. 'Ik sta in je atelier en eh...'
Ondertussen zocht ik met mijn ogen de rekken af. Waar hadden ze de zelftesten ook alweer staan? W had vanochtend de laatste opgemaakt en bleek positief, toch ook maar even mezelf en de rest van het gezin testen. Ik kon het er eigenlijk niet echt bij hebben, na bijna vijf weken klussen in het nieuwe huis voel ik me tamelijk gesloopt. De eerste helft van de week was ik bovendien door mijn rug gegaan en dat was nog steeds niet over. Maar! Het schoot allemaal wel lekker op. Afgelopen weekend hadden we mijn atelier net prachtig wit geverfd. Een plaatje.
'Nou ja, het staat hier dus blank,' zei Lowie.
Ik knipperde met mijn ogen.
'Blank?' vroeg ik.
'Ja, er staat een laag water op de vloer.'
'Niet.'
'Wel.'
Ik dacht aan afgelopen nacht. Volgens mij had het niet geregend. Waar kon er in hemelsnaam nattigheid vandaan zijn gekomen?
Snel rekende ik mijn zelftesten af en racete naar het nieuwe huis. Daar stond Lowie, hij was maar vast begonnen wat spullen naar buiten te sjouwen. Uit de schuurmachine sijpelde een straaltje goor water.
'NEE,' kermde ik.
'Ja nee, ja,' zuchtte Lowie een beetje hulpeloos.
Er zat niets anders op, ik toog naar huis om mijn regenlaarzen aan te trekken en een voorraad dweils op te halen. De coronapatiënt zat gezellig aan de telefoon met zijn collega's, nergens last van, het hoogste woord. Door een kiertje van de werkkamerdeur siste ik wat er aan de hand was. Hij sloeg zijn hand voor zijn mond.
'Waar kan dat water toch vandaan zijn gekomen?' vroeg ik, mijn broek in mijn laarzen proppend.
De patiënt werd een beetje rood.
'Ik heb aan de waterafvoer gewerkt en hem daarna niet afgesloten,' fluisterde hij.
Uitstekend.
De rest van de ochtend sopte ik met mijn krakende rug beige afvoerwater uit mijn net geschilderde, blinkend witte atelierruimte.
'Moet ik helpen?' piepte de coronalijder van een afstandje.
'NEE,' brulde ik.
Als ik iets van de afgelopen jaren (een pandemie, een dierbare met een levensbedreigende ziekte) geleerd heb dan is het dat alles, maar dan ook alles, in één klap kan veranderen. Het heeft me op een vreemde manier rustiger gemaakt, ik heb niet meer het gevoel dat ik grip op de dingen kan houden en dus probeer ik het ook niet meer. Wel denk ik nog wel eens met weemoed terug aan de tijd dat ik kon geloven dat alles voor heel lang zo bleef als het was, en dat veranderingen altijd traag en gedoseerd binnen kwamen glijden zodat ik tijd genoeg had om eraan te wennen. Het vertrouwen in een troostende status quo is voorgoed verleden tijd.
Onze oudste dochter wordt in januari achttien. Ik zeg dat niet graag, dat ze bijna achttien is, ik zeg liever dat ze zeventien is, dat houdt namelijk in dat ze nog niet volwassen is, dat houdt in dat ze nog gerechtvaardigd bij ons hoort, onder onze vleugels, in ons huis.
Komende december, een maand voor haar verjaardag, verhuizen we, ze had grote plannen om haar nieuwe kamer zelf op te knappen, ze zocht verf uit en behang en verheugde zich om te gaan schilderen. Maar de realiteit haalde haar in, ze ging op reis met haar klas naar Rome en toen ook nog met een vriendin op pad, uiteindelijk was ze twee opeenvolgende weken op vakantie en stonden W en ik haar muur te sausen, want ja, zo gaat dat dus.
Vrolijk had ik haar uitgezwaaid toen de bus met haar erin de parkeerplaats bij school afreed. Rome, geweldig, die reis had ik zelf 28 jaar geleden ook gemaakt en nog wel met dezelfde leraar Latijn, een wonderlijk toeval. Ik had haar op het hart gedrukt te gaan genieten en alles in zich op te nemen, ongeduldig had ze me van zich afgeschud, als je bijna achttien bent zit je niet meer te wachten op goede adviezen van je moeder, dan wil je het natuurlijk allemaal op je eigen manier doen.
Ondanks het opgewekte afscheid liep ik rest van de dag met een trekkerig gevoel rond, die nacht sliep ik slecht, de volgende ochtend hees ik me krakend van zwaarmoedigheid uit bed. Ik begreep niet waar ik last van had, ik gunde haar deze reis zo, wat zat me toch zo dwars? Pas nadat ik tegen het einde van de ochtend het berichtje had gekregen dat ze veilig aan was gekomen snapte ik het. Met het wegrijden van de bus was het onzichtbare lijntje tussen haar en mij opgerekt als een postelastiek, het rubber trok aan mijn ziel. Ik had wel eens gelezen over foetale cellen die in het lichaam van de moeder aangetroffen worden decennia nadat de baby is geboren en vice versa: de cellen van de moeder die in het bloed en weefsel van het kind blijven ver na de bevalling. Geen wonder dat haar hele vertrek voelde als onnatuurlijk en losgescheurd, een deel van mij was vijftienhonderd kilometer van me verwijderd. Een aantal van mijn cellen zat in de Italiaanse zon aan een pizza terwijl ik hier mismoedig donkerroze verf op een muur aan het smeren was.
'Het voelt een beetje oneerlijk,' zei ik tegen W. 'Zeventien jaar geleden kon ze nog niet omrollen zonder onze hulp en nu moeten we haar alleen op vakantie laten gaan.'
W lachte.
Ik vertelde hem over hoe ik haar als baby vaak op mijn schoot legde en dan fantaseerde hoe ze er later uit zou zien.
'En?' vroeg W. 'Klopt het nu een beetje met hoe je je haar voorstelde?'
Ik schudde mijn hoofd. Ik kon me niet goed herinneren wat voor een beeld ik precies had maar ik wist wel dat alles anders was dan ik toen dacht.
'Hoe dan?' vroeg W.
Ik haalde mijn schouders op, zocht naar woorden.
'Zeventien jaar geleden kende ik haar nog niet, nu wel,' antwoordde ik.
Ik dacht even na.
'Zeventien jaar geleden zag ik een plaatje voor me, nu weet ik dat het plaatje maar een heel klein onderdeel is van het hele, het volledige mens dat ze geworden is.'
Niet gewonnen, toch ontzettend blij, gelukkig en vereerd dat ik bij de laatste vijf genomineerden voor de Jan Wolkersprijs zat. Het was een prachtige belevenis, vanochtend om 05.30 uur ging de wekker en om 08.00 uur reden we de oprijlaan van Kasteel Oud Poelgeest in Oegstgeest op. Menno Bentveld interviewde me terwijl ik mijn linosnede van de bijzondere tulpenboom van Jan Wolkers inrolde en afdrukte. Felicitaties aan Tijs Goldschmidt die won met zijn essaybundel over wolven, ik ga de rest van de dag genieten van de vele cadeautjes die ik kreeg, en de plaquette, die krijgt een mooie plek in mijn nieuwe atelier.
Schrijver, beeldend kunstenaar. Lino- en houtsnede, illustratie.
VOORLAND (Ambo|Anthos, 2016)
SLOT (Gloude, 2020)
HET LIED VAN DE SPREEUW (Ploegsma, 2021)
DIT GAAT NOOIT VOORBIJ (Ploegsma, 2024)
www.instagram.com/octaviewolters
www.facebook.com/octaviewolters
Published author and linocut printmaker from The Netherlands.
EXPOSITIES en etalages:
* 2024: van 31/1-25/2: ETALAGE BOEKHANDEL VAN PIERE, EINDHOVEN
* 2024: vanaf 31 januari: ETALAGE PAAGMAN FRED, DEN HAAG
* 2024: vanaf februari: ETALAGE PAAGMAN DELFT
*2024: vanaf april: ETALAGE PAAGMAN GOUDA
* 2024: februari/maart: EXPO LIVIUS, TILBURG
* 2024: vanaf 12 februari: ETALAGE DE AMSTERDAMSE BOEKHANDEL
* 2024: 2 februari-14 april: EXPOSITIE GALLERY UNTITLED, ROTTERDAM
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL BOOMKER, HAREN (GR)
* 2024: 14 maart - eind april: EXPO BOEKHANDEL VEENENDAAL, AMERSFOORT
* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL DE VRIES VAN STOCKUM, HAARLEM
* 2024: april/mei: EXPO BOEKHANDEL PEZZI PAZZI WEESP
* 2024: 16 maart: INTERVIEW&SIGNEREN, DEURENBERG, KERKRADE 15.20 u
* 2024: 6-28 april: EXPOSITIE BOEKHANDEL KRINGS, SITTARD
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL WAGNER, SASSENHEIM
* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL IJBURG, AMSTERDAM
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL TINY STORIES, KORTRIJK (B)
*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL WALRY, GENT (B)
* 2024: 9 januari-28 april:VOGELVREUGD, VALKHOFMUSEUM NIJMEGEN
* 2024: 27 maart-1 april: KUNSTRAI AMSTERDAM
* 2024: 9-12 mei: ART ON PAPER AMSTERDAM
* 2024: 30 sept-11 nov: BOEKHANDEL DE DRUKKERIJ, MIDDELBURG
//Vragen? Je kunt me mailen op octaviewolters@gmail.com//
DE WEBSHOP IS OPEN
MEER INFO VIA octaviewolters.nl/webshop