/Verhalen/
/Webshop/
/Blankwater Afdrukken/
/Vlogs/
/Bio/
/Faq/
/Contact/
/Account/
/Winkelmandje/

Tak (09-01-2025)

Het sneeuwt. Echt overtuigend is het niet, gisteravond regende het nog en de ondergrond is warm en zompig maar toch, het land is wit. Ik houd ervan als het asfalt van De Lanck zonder waarschuwing overgaat in de bermen en de bermen weer in de akkers, alles wordt hetzelfde bij sneeuw, niks is meer van elkaar te onderscheiden. Alles is bedekt onder één grote deken, alles is stil en heel even lijkt het alsof alle narigheden die we gisteren op het journaal zagen verdwenen zijn.

Ik vind een stok, bij de plek waar in de zomer de bomen als een berceau over het pad gebogen staan. De zomer is de enige tijd dat de eeuwige plassen die hier liggen, zo breed als de hele weg zodat we er altijd overheen moeten springen, opdrogen. Nu zijn het twee donkere ogen in het sneeuwlandschap. Ik vraag me af of een stok hetzelfde is als een tak, al vind ik dat dit stuk hout het woord tak niet meer verdient. Het is een kaal, zanderig, bastloos houtje, en er is niet meer te herkennen van welke boom het ooit afkomstig is geweest. Hoe lang zou hij hier al liggen? Ik weet het niet, maar hij heeft een mooie ronding, ik vis hem uit de sneeuw en hij mag mee naar huis. 

Op de kleine boerderij op de hei zijn de oproepen binnengekomen voor de evacuatie. Het gaat nu razendsnel, over drie dagen moeten pap, mam, Marie en Trui klaar staan op de kruising bij de lange weg richting Duitsland. Trui draait de oproep tussen haar handen, ze is net nog bij Ria geweest, ze heeft haar baby een paar dagen geleden gekregen, met driekoningen. Een bizarre samenloop van omstandigheden, zo net na het overlijden van Jan. Trui had het wichtje in haar armen gehouden, ze had de naam Jeanne gekregen. Een grote bos zwart haar had het, ontroerd had Trui het over haar wangetjes gestreeld. Het rook naar zoete melk en een vleugje urine. In huis hingen overal luiers te drogen, Trui had zich tussen de lappen door moeten banen.
'Hoe ga je dat doen met de evactuatie?' vroeg ze Ria.
Ria haalde haar schouders op.
'Ik leg Jeanne in de kinderwagen en laad hem helemaal vol met poedermelk en dekens. Ik weet het anders ook niet.'
Door de sneeuw was Trui weer naar huis geploeterd. Ze hoopte maar dat het tijdens de evacuatie droog zou zijn en niet te koud.

De dokter is net weg als ze in de schuilkelder komt. Ze treft Marie huilend in bed. Pap en mam zitten er zwijgend bij.
'De dokter zegt dat ik naar het lazaret moet,' snikte ze.
Haar ademhaling klinkt zwaar, zwaarder nog dan de afgelopen dagen.
Trui gaat op de bedrand zitten.
'Maar hoe moet dat dan met de evacuatie?'
'Ik ben te zwak om de reis te maken, ik moet hier blijven.'
Trui voelt hoe ze misselijk wordt, een golf zenuwen giert door haar maag, haar hoofd kan niet meer goed nadenken. Het is te veel, tranen prikken in haar ogen. Ze kijkt wanhopig naar pap en mam maar die zeggen niks. Was Matthieu er nog maar, dan had ze in ieder geval nog iemand gehad om zich aan vast te klampen. Nu voelt alles zo leeg, zo kaal, zo eenzaam, alsof alle grond onder haar wegvalt. 
'Maar we kunnen toch niet zonder jou gaan?' roept ze. 
Ze denkt aan de zware gevechten die verwacht worden, ze zitten midden in de frontlinie, hoe kan ze haar zus hier achterlaten?
Marie vermant zich, ze stopt haar zakdoek in de mouw van haar nachtpon en haalt haar neus op.
'Het zal wel goedkomen. De dokter komt me vanmiddag halen met de auto. Wil jij mijn nachthemden inpakken? En doe maar een paar extra dekens. Ze verwachten nog meer sneeuw.'



Taxus (03-01-2025)

Hier en daar groeit een spriet taxus bij Blankwater. Ik associeer taxus met overdreven siertuinen en heb er een hekel aan, de geknipte en geschoren bollen die stram in het gelid staan. Bovendien doen ze me altijd aan plastic planten denken, met hun wasachtige, glanzende naalden. Misschien is het niet voor niks dat ik er een hekel aan heb, taxus is giftig, het woord taxus is verwant aan het woord toxisch. Een bepaalde soort wordt ook wel van oudsher de venijnboom genoemd, omdat dieren die ervan aten er dood aan konden gaan. Dat vind ik dan wel weer mooi, zo'n ouderwetse naam. Ook bijzonder is dat er een grondstof voor chemotherapie wordt gewonnen uit taxus. Dat het potentieel dodelijke gif dus wordt ingezet voor genezing, een bizarre contradictie.

Ik vind het wonderlijk hoe ik ieder jaar opnieuw dezelfde conclusie trek: in de periode vóór kerst en oud en nieuw geniet ik enorm van alle lichtjes, onze kerstboom die we in de erker hebben opgezet, de kerstversieringen in de buurt, alle lichtbollen die aan de vlaggenmasten hangen en die ik stiekem tel als we 's avonds in het donker de hond uitlaten. Maar vanaf nieuwjaarsdag heb ik er ineens genoeg van. De kerstboom moet eruit, ik krijg jeuk van alle lampjes in de straten, de lampjes die vóór kerst warm en sfeervol flonkerden voelen nu sleets. Nu pas zie ik dat de lichtbollen goedkope prullen zijn, en kitscherig bovendien. 

Bij Blankwater is het guur, de nieuwjaarsstorm waait dwars door mijn jas, ik mopper op mezelf dat ik vergeten ben mijn schapenwollen vestje eronder aan te trekken. De beek staat hoog, even hoog als het moeras aan de andere kant van het pad, ik denk dat dit precies de hoogte van het grondwater is. Op zijn vaste plek tussen de akkers zit de witte reiger, het lijkt alsof hij elke keer tammer wordt, of luier, het duurt steeds langer voordat hij opvliegt als we eraan komen. Ik fantaseer erover dat ik heel dicht bij hem kan komen, misschien heeft hij wel een lamme vleugel, dan moet ik hem oppakken. Oh wat heerlijk zou dat zijn, mijn handen om het stevige, compacte lijf van een reiger klemmen. Misschien kan ik zelfs nog wel heel even mijn neus in zijn veren steken en voelen hoe zacht hij is.

Hoe zou het tachtig jaar geleden op de kleine boerderij op de hei zijn geweest in deze dagen? Matthieu zou al zijn begraven. Trui had tijdens de begrafenis tussen haar ouders ingestaan en ze had naar haar moeder gekeken, hoe ze daar stond in haar versleten grijze jas, hoe ze haar handen over elkaar wreef. Mam was gestopt met huilen, alsof alles in haar was opgedroogd met de dood van haar zoon. Trui wist niet wat ze erger vond: tranen of deze apatische, holle blik die niks meer leek te zien. Hoe zouden ze naar het nieuwe jaar kijken? Als naar een nieuw begin met hoop en wensen voor de toekomst, een einde aan de oorlog, of was het daar simpelweg niet de tijd voor, was het leven overspoeld door de dood, door verdriet, door gemis.



Schors (27-12-2024)

De afgelopen maanden heb ik bij Blankwater gezocht naar patronen, stelsels, ritme's. Maar hoe zuiver de aderen in de bladeren die ik afdrukte ook waren, hoe puur de composities die ik vond zich ook ontsponnen, ik blijf met de vraag zitten: is de natuur, de wereld, de gebeurtenissen, de mensheid, is zij orde of is zij volledige anarchie? Is alle ordening die er is een gericht, welbewust model? Of is alles niet meer dan louter toeval?

Op het moment dat pap het levenloze lichaam van Matthieu zachtjes onder Trui uitschoof, keken de Duitse soldaten toe. Ze hadden zich verzameld aan de rand van het erf, sommige namen hun helm af, ze zwegen, hun monden strak, hun vuisten samengebald. Trui stond op, veegde de rijp van haar rok, hees haar sokken in haar klompen op en liep langs hen heen zonder ze aan te kijken.

Precies op dat moment kwam Ria het erf op, ze was buiten adem, ze moest de hele weg uit het dorp gerend hebben, ondanks haar zware, acht maanden zwangere buik. Ze zag niet wat er zich had afgespeeld, haar ogen stonden wild, met twee handen greep ze Trui vast, alsof ze haar doorelkaar wilde schudden.
'Het is Jan,' schreeuwde ze. 'Het is Jan, ze hebben Jan.'

De ergernis onder de commandant die de stad regeerde was de afgelopen weken tot een hoogtepunt gestegen, waar zaten de mannen verscholen? Diverse oproepen voor de Arbeitseinsatz hadden niets opgeleverd, het had hem tot wanhoop gedreven. Die nacht had hij een flink bataljon soldaten opgetrommeld, ze trokken door de straten en bij de kelder van de jongensschool was het raak. De veertien mannen die er zaten joegen ze naar buiten, ze waren bleek en vermagerd, een jongen huilde, met de loop van hun geweren dreven ze ze de weg op.

Het was de laatste keer dat de mannen daglicht zouden zien. In het witte landschap toog de groep richting het oosten, door de witte weilanden, langs de velden. De zon ging onder in een van de mooiste zonsondergangen die de wereld ooit gekend heeft, helder en in een schitterend zachtroze. In het bos was het stil, schemerig, een gaai vloog schriekend op. De mannen kregen elk een schep, groeven moeizaam hun graf in de bevroren grond, stonden aan de rand van het gat, en toen niets meer. Veertien lichamen werden toegedekt door door de aarde, in een eeuwige omhulling.



Omgevallen berk (26-12-2024)

Trui sliep die kerstnacht voor het eerst in anderhalf jaar diep. Zo diep dat ze de volgende ochtend pas na achten wakker werd. De Duitse soldaten waren nog in rust, het erf was leeg. Ze lag een poosje te luisteren naar de raspende ademhaling van Marie en keek naar Matthieu die in het bed naast haar lag, zijn gezicht volkomen ontspannen, zijn blonde haren in de war. Hij had hoge jukbeenderen, dat zat in de familie maar die van hem vielen extra op door zijn egale, symmetrische trekken. Aan de andere kant van het gordijn hoorde ze het zachte gesnurk van haar vader. Zachtjes stond ze op, sneed het brood, haalde vers water, een wat oudere militair stond zich net te scheren bij de pomp. Hij knipoogde naar haar terwijl ze de ketel vulde, vroeg of ze gisteren lekker gegeten hadden. Ze knikte, ze vond het moeilijk om onvriendelijk te doen, het was een aardige kerel.

Tweede kerstdag 1944 begon aanmerkelijk vroeger. Matthieu had geen rust in zijn benen, na een dag vrij jeukte het, hij was al vroeg uit bed. Het had flink gevroren, over de bevroren, harde grond kwam hij terugwandelen uit het bos, een vers geschoten fazant droeg hij aan de poten mee. De zonsopkomst was zachtroze. Rijp lag in ijzige kristallen over de struikhei, hij zag hoe zijn adem condenseerde. Trui kwam net de schuilkelder uit, ze had paps jas aangetrokken zag hij, ze stak haar hand op naar hem, hij moest glimlachen om de grote, met bont gevoerde wanten die ze ook van pap had gepikt. De heerlijkheid van nog een dag vrede voor de boeg.

De granaat kwam, zo dacht Trui later, vrijwel zonder geluid. Ze had alleen een licht fluiten gehoord, zich niet realiserend waar hetvandaan kwam. Hoe groot was de kans dat de mortier, die ongeveer drieëneenhalve kilometer verderop was afgevuurd, vanuit het geallieerdenkamp aan de Maasoever, precies hier terecht kwam? Hoe groot was de kans dat het projectiel, rekening houdend met de snelheid waarop Matthieu liep, de richting die hij had gekozen, hem precies ontmoette op exact deze locatie? 

Het gebeurde voor haar ogen. Ze zag geen granaat, het enige dat ze zag was hoe haar broer tegen de grond sloeg, hoe zand opspatte, zijn ledematen zwaaiend als die van een lappenpop, en vervolgens stilte. Ze schreeuwde, rende naar hem toe, hij leefde nog. Ze knielde, greep zijn schouders, zag hoe het kruit zijn keel wegvrat, het duurde niet lang. Ze keek hem aan terwijl het licht langzaam wegtrok uit zijn ogen.

Ik vertelde het mijn kinderen vanochtend, zittend aan de ontbijttafel.
'Vandaag is het precies tachtig jaar geleden dat de broer van mijn oma geraakt werd door een geallieerde granaat.'
Ze smeerden hun kerstbroodje, dronken hun thee.
Het is zo veraf voor hen. Ze denken na over een andere oorlog, een nieuwe, de oude is gelegen in een andere wereld, waar alles nog zwart-wit was.
'Wat voel je erbij?' vroeg W.
Ik ademde uit, probeerde in mijn lichaam te voelen wat er in me aan de hand was. Mijn maag stond strak, de halve nacht had ik wakker gelegen van een stijve rug, het leek alsof elke spier in me gespannen stond. Vast van het overdadige kerstdiner bij mijn ouders had ik gedacht, maar ik wist niet zeker of dat wel waar was.
'Ik weet het niet,' antwoordde ik. 'Ik heb geen emoties bij de broer van mijn oma, ik heb hem nooit gekend, er sprak zelden iemand over hem.'
W knikte.
Ik twijfelde of het waar was wat ik zei. De afgelopen maanden heb ik Matthieu hier opgebouwd. Ik heb me ingeleefd in hem en de familie. Misschien was hij niet zoals de echte Matthieu maar het personage, wie ik dacht dat hij was, is gaan leven in mij. En nu is hij dood.

Ik zag een documentaire waarin werd uitgeleg hoe trauma werkt. Een vlooienkolonie wordt gevangen genomen in een doorzichtige jampot, de deksel wordt erop gedraaid en de pot wordt een flinke poos weggezet. Als de wetenschappers de pot weer opendraaien springt geen enkele vlo eruit. Ze hebben geleerd dat ze niet hoger kunnen springen dan de deksel. Zelfs als de wetenschappers de vlooien uit de pot halen, blijft de kolonie in precies dezelfde vorm zitten als toen ze nog in het glas zaten. Ze doen nog een belangrijke ontdekking: zodra de vlooien zich vermenigvuldigen zien ze dat hun nakomelimgen exact hetzelfde gedrag vertonen. Ze springen nooit hoger dan hun ouders en blijven de vorm van de oorspronkelijke pot vasthouden

De granaatinslag de letterlijke inslag in mijn familie geweest. De krater die hij vormde is de krater in mijn wortels. Het is het moment dat de vorm werd bepaald. Trui, mijn oma, zou de rest van haar leven de wegtrekkende blik in de ogen van haar broer voor zich zich zien, zijn weggevreten hals. En ze zou het grenzeloze verdriet en de redeloze woede die ze voelde voor de daders, de Engelse geallieerden, nooit kunnen uiten. Waren het de Duitsers maar geweest die het staakt-het-vuren hadden geschonden, dan was de gigantische woede adresseerbaar geweest.

Trui werd de glazen pot. Een stolp waarin een explosief mengel van grimmigheid, angst en leed gistte en culmineerde en die een leven lang net niet barstte.



Knotwilg (24-12-2024)

De knotwilg staat op de hoek tussen de twee weilanden in, een iconische plek. Ik geloof in bijzondere plekken in het land, het zijn de plekken waar mensen van oudsher iets voelden, een kracht of een trilling. Het zijn de plekken waar altaars werden opgericht en kappelletjes werden gebouwd ter ere van... ja, waarvan? Niet op alle bijzondere plekken werd een devotieplaats opgericht, sommige zijn altijd stil gebleven. Zoals bij deze dikke knotwilg. Maar ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat hier een weggenkruisje zou verschijnen. Mooi zou dat zijn. Ik heb wel eens bedacht dat ik op al de stille bijzondere plekken die ik ken een beeldje zou achterlaten. Een soort hedendaagse devotieplek. Niet ter ere van een God of lieve vrouwe maar ter ere van de natuur zelf. Maar misschien is dat ook wel hetzelfde.

Anderhalf jaar geleden is de dikke knotwilg geraakt door een blikseminslag. De stam scheurde deels doormidden en ik dacht dat het het einde van de boom was. Maar nee, hij kwam er wonderwel bovenop, maakte nieuwe scheuten en staat er steviger dan ooit bij. 

De regen van de afgelopen dagen was overvloedig. Gisteren werden we wakker van onweer en felle hagelbuien. Omdat het vakantie is, bijna kerst, slapen we uit, luieren we, ik lees in de boeken over de Midden-Limburgse maasterrassen die ik van mijn ouders cadeau kreeg voor Sinterklaas. Hoewel ik vrijwel alle natuurgebieden in de streek op mijn duimpje ken van mijn wandelingen krijg ik door de boeken een soort luchtperspectief. Vanuit mijn wandelingen benaderde ik de gebieden als een patchworkdeken, door de boeken realiseer ik me dat alles aan elkaar vebonden is en in elkaar overloopt, ver de grens over zelfs. Nederland en Duitsland zijn wat natuur betreft zo met elkaar verweven dat, kijkend naar de luchtfoto's, het concept landsgrens iets volslagen idioots lijkt. We wandelen veel deze dagen. Dwars door de regen, heerlijk, dan zijn we de enigen op Blankwater. De hond is modderig en brengt ons een veertje, een roodbruine rand zit eraan, ik denk van een gans maar twijfel een beetje.

Ik denk aan een paar dagen geleden, ik lag in bed, buiten was het donker, een enorm lawaai trok op vanuit de verte. Hoe dichterbij het kwam hoe dreigender het voelde. Eerst dacht ik dat het een zware Duitse goederentrein was, later onderscheidde ik het karakteristieke klapwieken van een helikopter. Ik sprong uit bed, trok de gordijnen wat terug. Twee reusachtige Apache-helikopters vlogen vlak boven ons huis. Ik schrok, het leek wel alsof ze op ons dak zouden gaan landen. Snel opende ik internet en googelde, de ruiten trilden in hun sponningen. Het was een militaire oefening. De Apaches landden op de sportvelden van de middelbare school vlak achter ons huis. Het zware klapwieken verdween even snel als het gekomen was. Toch kon ik die nacht niet in slaap komen.

Kerstavond vanavond. We hebben kerststol gekocht en dekken de tafel mooi. Kerstboom aan, lampen uit. De laatste adventkaars heb ik bewaard voor vanavond. Precies tachtig jaar geleden vierde mijn familie ook kerst. Ik kan slecht een beeld vormen. Konden ze het woonhuis in? Zouden ze naar de nachtmis zijn geweest? Ik ken de kerk wel, een paar jaar geleden stierf mijn oudnicht, de dochter van Marie, ik had altijd veel contact met haar kinderen gehad, we waren samen opgegroeid, ongeveer even oud. De mis was traditioneel, ingetogen, zittend naast mijn zus had ik de band gevoeld, dat wat ons bond aan iets dat terug de tijd in ging, een wortel vormde, als van een knolgewas.

Trui had voor het eerst in maanden het gevoel dat ze weer adem kon halen, dat de zwaarte die al die tijd op haar borstkas rustte eindelijk oploste. De bulderende kanonnen achter de boerderij hielden eindelijk hun mond en ook in de wijde omtrek was het stil. Zelfs als ze haar oren spitste hoorde ze niets, behalve de wind die door de bosrand ging, ook de geallieerden aan de Maasoever waren stil. Mam klaarde op, het vooruitzicht van twee dagen zonder dreiging maakte haar rustiger. En hierna zou het vast snel gedaan zijn allemaal, die oorlog liep nu toch echt op zijn einde. Ze was zelfs zelf de schuur in gegaan om aardappels te halen, die stond ze nu zingen te schillen. Nu en dan een plons van een patat in het koude water in de teil. Trui dacht dat ze zelden iets mooiers had gehoord dan dit geluid. Het geluid van een wapenstilstand.

Ria kwam het erf oplopen met een mand aan haar arm, verse boter zat erin en een zakje echte koffie. Mam nam het dankbaar aan en haastte zich weer naar binnen, het was koud.
'Zien jullie Jan met kerst?' 
Trui fluisterde, ook al had ze goed om zich heen gekeken dat niemand hen kon horen.
Ria schudde haar hoofd. Jan zat nog steeds ondergedoken, al had ze wel een berichtje van hem gekregen, via een geheim contactpersoon. 
'Hij vroeg of ik Matthieu de groeten wilde doen.'
Trui knikte. Ze zou het hem straks doorgeven, als ze zeker wist dat niemand in de buurt was.

Matthieu en pap groeven een kerstboom uit, sleepten hem mee de woonkamer in. De Duitse soldaten keken toe, ze maakten een praatje, het waren aardige jongens en ze vertelden over hun familie ver in het oosten. Matthieu had medelijden met ze, ze waren nog zo jong, ze misten hun ouders en broertjes en zussen. Marie kwam even uit bed, ze hoestte nog steeds flink en was vermagerd, maar pap had konijnen in de strik, daar zou ze van opknappen.

Die avond zaten ze in volledige stilte aan de kersttafel. Ze baden. Hardop. Dat de oorlog snel voorbij mocht zijn.
'Je krijgt de groeten van Jan,' zei Trui. 'Ria was vanmiddag even hier.'
Ze legde haar hand even op die van Matthieu. Een traan rolde over zijn wang maar hij veegde hem snel weg. De gedachte aan zijn beste vriend die kerst zonder zijn familie in een koude natte kelder moest doorbrengen verteerde hem.
Daarna aten ze zoals ze in lange tijd niet gegeten hadden, met konijn gestoofd in goede boter en met echte koffie na. En ze hadden nog twee dagen in vrede voor de boeg. Wat een geluk.



Pagina 1 van 11


Schrijver, beeldend kunstenaar. Lino- en houtsnede, illustratie.

VOORLAND (Ambo|Anthos, 2016)
SLOT (Gloude, 2020)
HET LIED VAN DE SPREEUW (Ploegsma, 2021)
DIT GAAT NOOIT VOORBIJ (Ploegsma, 2024)

www.instagram.com/octaviewolters

www.twitter.com/octaview

www.facebook.com/octaviewolters


Published author and linocut printmaker from The Netherlands.

EXPOSITIES en etalages:

* 2024: van 31/1-25/2: ETALAGE BOEKHANDEL VAN PIERE, EINDHOVEN

* 2024: vanaf 31 januari: ETALAGE PAAGMAN FRED, DEN HAAG

* 2024: vanaf februari: ETALAGE PAAGMAN DELFT

*2024: vanaf april: ETALAGE PAAGMAN GOUDA

* 2024: februari/maart: EXPO LIVIUS, TILBURG

* 2024: vanaf 12 februari: ETALAGE DE AMSTERDAMSE BOEKHANDEL

* 2024: 2 februari-14 april: EXPOSITIE GALLERY UNTITLED, ROTTERDAM

* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL BOOMKER, HAREN (GR)

* 2024: 14 maart - eind april: EXPO BOEKHANDEL VEENENDAAL, AMERSFOORT

* 2024: maart/april: EXPO BOEKHANDEL DE VRIES VAN STOCKUM, HAARLEM

* 2024: april/mei: EXPO BOEKHANDEL PEZZI PAZZI WEESP

* 2024: 16 maart: INTERVIEW&SIGNEREN, DEURENBERG, KERKRADE 15.20 u

* 2024: 6-28 april: EXPOSITIE BOEKHANDEL KRINGS, SITTARD

* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL WAGNER, SASSENHEIM

* 2024: 13 april-11 mei: ETALAGE BOEKHANDEL IJBURG, AMSTERDAM

*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL TINY STORIES, KORTRIJK (B)

*2024: vanaf 23 MAART: ETALAGE BOEKHANDEL WALRY, GENT (B)

* 2024: 9 januari-28 april:VOGELVREUGD, VALKHOFMUSEUM NIJMEGEN

* 2024: 27 maart-1 april: KUNSTRAI AMSTERDAM

* 2024: 9-12 mei: ART ON PAPER AMSTERDAM

* 2024: 30 sept-11 nov: BOEKHANDEL DE DRUKKERIJ, MIDDELBURG

 

 

//Vragen? Je kunt me mailen op octaviewolters@gmail.com//

DE WEBSHOP IS OPEN
MEER INFO VIA octaviewolters.nl/webshop

 

© Alle content, in woord, beeld en concept is van Octavie Wolters.
Algemene voorwaarden     Verzenden en levering